BESCHRIJVING (Door Prof. Dr. Antoon Van den Braembussche)
Het gehele werk van Rita Reychler wordt ten diepste gekenmerkt door een onderhuidse spanning tussen expressie en vorm. Enerzijds is er de dionysische geladenheid, de oerschreeuw van het moderne, vervreemde individu, dat zich in volstrekte eenzaamheid voor de afgrond ziet geplaatst. Anderzijds is er de drang naar bevrijding, naar een contact met het kosmische of het metafysische. In haar beste werken bereikt zij een soort van synthese waarin het dreigende letterlijk wordt getransformeerd in de meditatieve, bijna mystieke en steeds ongrijpbare voorstelling. Het is in deze werken dat Rita Reychler het ontoonbare of onzichtbare letterlijk een gezicht geeft, een naamloos gezicht dat subliem oplicht in de ontvankelijke toeschouwer, zij het slechts voor één onvergetelijk ogenblik. Deze synthese is des te opmerkelijker omdat ze tevens gepaard gaat met een doorgedreven zelfonderzoek van de schilderkunst, een volgehouden en uitgekristalliseerde omgang met de materialiteit van het schilderij. Alle elementaire bestanddelen van het schilderij, het oppervlak, de ondergrond, de verfhuid, de structuur, de kleur, de penseeltoets, het paneel en zelfs de zijwanden van het doek worden in hun uiterste mogelijkheden steeds opnieuw geëxploreerd en uitgetest. Zeer nadrukkelijk wordt de materiehuid geschuurd, weggekrast of overschilderd, in die mate zelfs dat het oppervlak meervoudig wordt als een archeologie van het onbewuste. Het onbewuste kan zich veruitwendigen dankzij het toeval, want het schilderij is niet de vrucht van een vooropgezet plan maar het resultaat van een proces, een nooit-eindigend proces. Dit is de oneindigheid van het experiment, waar het experiment ook de kiemen van het sublieme raakt. Vanaf 1973 tot op heden heeft Rita Reychler gestaag, niet zelden in groot isolement, verder gewerkt aan dit picturaal oeuvre, dat vaak werd geassocieerd met minimalisme, materieschilderkunst, monochrome schilderkunst en met name ook met de zogenaamde fundamentele schilderkunst. Toch is haar kunst, zoals uit het voorgaande blijkt, eigenlijk te visceraal om met deze stromingen, waarin het conceptuele vaak de boventoon voert, te worden gelijkgesteld. Haar werk overschrijdt deze vele duidingen en is alleen daarom uniek en tegelijk tegen de tand des tijds bestand.
Prof. Dr. Antoon Van den Braembussche - Geeft inleiding op de vernissage (Auteur van o.a. Denken over Kunst)
BIOGRAFIE
Rita REYCHLER (Eeklo, 1933) studeerde aan de Academie van Eeklo (’46-’53), het Hoger Instituut te Antwerpen (’53-’56) en de Academie van Gent (’73-’75). Ze debuteerde met materieschilderijen die aanleunen bij het constructivisme. Daarna volgde een periode van hyperrealistische figuratie die echter slechts een pauze betekende in haar carrière. Vanaf 1973 zocht en vond ze, via rationele experimenten en gebruik makend van een soort beredeneerde spontaniteit, aansluiting bij de fundamentele schilderkunst in een stijl waarbij de materiekunst en het minimalisme elkaar als het ware ontmoeten. In veel van de werken van Rita Reychler is de wisselwerking tussen materie en kleur enerzijds en de vorm anderzijds van groot belang. Door haar werken op te bouwen uit verschillende panelen -serieel, in de vorm van triptieken of asymmetrisch- onderzoekt ze niet alleen het effect van de vorm op het schilderij, maar slaagt ze er ook in om de omringende ruimte deel te laten uitmaken van het werk zelf.
WERKEN
Werk van Rita Reychler bevindt zich o.a. in het Muhka in Antwerpen en het Museum voor Schone kunsten in Brussel. Daarnaast in verschillende publieke gebouwen en privé collecties in binnen- en buitenland.
- login om te reageren
- 10087 keer gelezen