Lies Lefever: 'Comedy, dat was het groot lot'
Lies Lefever is een meisje van plezier, ze werkt vaak ’s avonds en in het zwart. Het had één van haar eigen grappen kunnen zijn, want met een guitige lach en een ontwapenende eerlijkheid neemt ze zichzelf nooit te serieus.
Complexloos vertelt ze over zichzelf en haar ‘onnozele liedjes’. Over het loslaten van verzuurde kritieken en schaamteloze nostalgie. “Ik had evengoed een naaicarrière kunnen hebben.”
Kan je het moment beschrijven waarop je besliste van comedy je vak te gaan maken?
“Er was geen specifiek moment, eerder een geleidelijke gewaarwording.
Eigenlijk heb ik vooral de stap gewaagd naar het professionele circuit
wanneer ik er genoeg geld mee kon verdienen. Als je beslist dat je
ergens je beroep van gaat maken, dan is overleven wel het belangrijkste.
Dat klinkt dan erg economisch, maar voor twintig euro per optreden zou
ik het toch niet meer doen. (pauzeert lang) Vooral het gevoel om vrij te
zijn was voor mij een hele ervaring. Een job waarbij je je goed voelt,
een hobby fulltime mogen doen.”
Je hebt een comedycursus gevolgd, ben je daaraan begonnen met een plan?
“Mijn jongste zoon was toen min of meer oud genoeg om wat tijd vrij te
maken voor een hobby. Na drie jaar kinderpoepen afkuisen had ik dus nood
aan iets nieuws. Ik had wel altijd het idee om iets met theater te doen
en toen was er toevallig een cursus comedy. Dat was het groot lot, ik
had evengoed een naaicarrière kunnen hebben.”
En tijdens die cursus kreeg je het virus te pakken.
“Op het einde van die lessenreeks mochten we allemaal een stukje
voordragen in café The Joker in Antwerpen. Plots bleek het hele publiek
grappig te vinden wat ik deed, dat was even schrikken. De baas van het
café heeft me toen gevraagd om nog eens terug te komen, waarna een
boekingsagent me opgepikt heeft. Achteraf bekeken is het grappig hoe die
toevalligheden elkaar opvolgden en ik erin ben gerold. Ik kan eigenlijk
niet heel goed gitaar spelen of ik ben niet hilarisch, in tegenstelling
tot vele medecursisten die moeiteloos Engelse komieken konden naspelen.
En toen kwam ik, die enkel Urbanus kende. Dat zal waarschijnlijk niet
veel indruk gemaakt hebben.”
Je wordt wel eens de vrouwelijke Urbanus genoemd, wat denk je over die vergelijking?
“Dat is het grootste compliment dat je kan krijgen natuurlijk. Zeker als
je wat simpele liedjes met gitaar brengt en grapjes vertelt. Als ze me
dat vertellen, vind ik mezelf toch waanzinnig goed bezig. (lacht) Het is
wel te veel eer, want ik zal nog hard moeten werken. Sinds Urbanus is
er in Vlaanderen wel niemand meer geweest die onnozele liedjes bracht
met gitaar en praatjes ertussen. Mensen vertellen me dan dat ze mijn
werk goed vinden, gewoon omdat het al lang geleden is. Iedereen vond de
stijl van Urbanus leuk, dus was het waarschijnlijk fijn om zoiets nog
eens terug te zien.”
Zie je daar een groot verschil met de comedians van jouw generatie die toch vooral een ruwe en mannelijke humor hebben?
“Ik denk het wel. Als je zelf een line-up ziet van vijf comedians, dan
zie je vaak dezelfde grapjes terugkeren. De toon en intonatie van die
mannen ligt zo dicht bij elkaar. Vanuit het opzicht als vrouw vertel je
gewoon een hoop andere dingen dan mannen, iets anders als afwisseling is
altijd leuk. Hoewel, als je vijf vrouwen na elkaar op het podium zet,
heb je het misschien ook wel gehad.” (lacht)
Je collega Veerle Malschaert zei in een interview met De
Standaard dat ze een pak extraverter is dan jou. Ga je daar mee akkoord?
“Het grote verschil tussen Veerle en mij is dat zij een actrice is, wat
ik helemaal niet ben. Els De Schepper is bijvoorbeeld ook vooral een
actrice, dat zorgt ervoor dat ze beiden veel theatraler op het podium
staan. Ze zijn veel meer bezig met hoe ze eruit zien en hoe het overkomt
op het publiek. Dingen waar ik helemaal niet mee bezig ben, want de
Lies op het podium is vooral de Lies van ernaast. Ik heb ook helemaal
niet de behoefte om steeds over mijn tetten te staan roepen. Dat is
helemaal niet nodig, een vamp zit in mij niet verscholen.”
Zien mensen je daarom graag bezig denk je?
“Als ik zelf naar iemand ga kijken, waardeer ik het toch dat die persoon
echt overkomt. Ik geloof niet in verhaaltjes. Zo vind ik het best
storend dat veel jonge komieken hun optreden beginnen met een
uitgevonden fabeltje over een lief dat hen liet zitten. Het lijkt alsof
ze medelijden van het publiek willen, wat voor mij toch vrij oneigen
overkomt. Ik vind het belangrijk dat je een geloofwaardige ‘act’ brengt,
iets waar ik zelf veel belang aan hecht. Het zit ook helemaal niet in
mij om iemand anders te zijn, veel te ingewikkeld.”
Je zingt vaak liedjes over maatschappelijke thema’s, schuilt er een wereldverbeteraar in jou?
“Eigenlijk word ik vooral gevraagd om liedjes over bepaalde thema’s te
zingen, terwijl ik dat uit mezelf waarschijnlijk niet zou doen. Het
vloeide voort uit ‘De laatste show’, waar ik werd gevraagd om wekelijks
protestliedjes te maken. Op die manier werd ik toch een beetje in de
markt gezet als een protestzangeres. Natuurlijk vind ik het wel leuk om
zo maatschappelijk betrokken te zijn en toch op een creatieve manier
iets te zeggen te hebben. Je mening op een onnozele manier verkondigen
kan wel eens leuk zijn.”
Wat is het verschil tussen Lies uit ‘De laatste show’ en Lies met een eigen zaalshow?
“Het is vooral een verlichting om geen regisseur meer te hebben en meer
tijd te hebben om mijn ding te kunnen doen. Het was voor mij heel
stresserend om wekelijks drie actuele liedjes te schrijven. Wat ik op
dinsdag schreef, was op donderdag al oud nieuws. Achteraf bekeken ben ik
ook helemaal geen ‘tv-mens’, wat ondankbaar klinkt tegenover artiesten
die heel graag op televisie willen komen. Het was gewoon niet helemaal
voor mij weggelegd. Het heeft natuurlijk wel erg geholpen om shows te
verkopen, maar ik vind mezelf daar wel pakken leuker dan in ‘De laatste
show’.”
Je hebt tijdens de uitzendingen van ‘De laatste show’ toch een hoop kritiek gekregen via sociale media, ben je daar mee bezig?
“Het vaakst kwam het argument over de quota terug, alsof de VRT mij had
verplicht daar te komen zitten. Als het allemaal rond quota draaide, zou
het me niet lukken om uitverkochte shows te spelen. Vijf minuten naar
een neger kijken kan al eens plezant zijn, maar dat gaat ook over.
(lacht uitbundig) Ik word vooral pissig dat mensen via Twitter zeuren
over hoe slecht een programma is, terwijl ze helemaal niet verplicht
zijn daar naar te kijken. En vaak zijn de mensen die zeuren ook maar
losers die vanachter hun pc naar tv kijken. Die commentaren over ‘De
laatste show’ maakten me daarom vooral kwaad in plaats van triest, maar
globaal gezien heb ik eigenlijk veel meer positieve dan negatieve
reacties gekregen.”
Kleinkunst heeft naar eigen zeggen een grote invloed op je
gehad, zie je daar een plaats voor in het huidige entertainmentcircuit?
“Absoluut! Het is nostalgie, mensen herkennen heel veel in kleine en
grote liedjes. Ik ben er zeker van dat als een Vlaamse acteur morgen op
tournee vertrekt met liedjes van de Beatles, hij ongetwijfeld volle
zalen zal trekken. Het is een format dat werkt, zeker als je het goed
kan brengen. Mensen kunnen nog eens luisteren naar wat ze oprecht goed
vinden, dat doet ze wegdromen. Om het dan bij mijn eigen situatie te
bekijken, mensen komen om dezelfde reden naar mijn shows kijken. Er is
al een hele tijd niemand meer geweest die zoiets brengt, het voelt
waarschijnlijk nostalgisch om simpele liedjes met onnozele teksten en
gitaar te horen.”
Het typeert op een mooie manier je werk, het hoeft niet te ingewikkeld te zijn.
“Het is al ingewikkeld genoeg, laat dat maar aan anderen over. Je ziet
ook bij andere comedians dat zij veel complexer werken dan ik. De timing
en opbouw van de plot moet goed zitten, het is een heel ander soort
comedy. Het lijkt erg op de Britse en Amerikaanse vorm van spelen, waar
veel jonge komieken zich aan spiegelen. In die landen is comedy ook al
jaren een traditie met veel striktere regels. Ik ben helemaal niet in
die wereld gestapt om me te baseren op de Angelsaksische stijl, maar
vooral omdat het voor mij allemaal een groot toeval was.”
Je hebt ook meegedaan aan het Leids Cabaretfestival in
Nederland. Waar zitten de grootste verschillen tussen Vlaamse en
Nederlandse humor?
“In Nederland is er ook al een veel langere traditie in comedy dan bij
ons. Ze zijn ook algemeen heel wat vlotter. In Vlaanderen heb je dan
vooral pure stand-up comedy, waar jongens gewoon moppen vertellen. Wat
ik doe zou in Nederland ook een pak minder uniek zijn, want daar zijn er
al een hoop mensen die liedjes maken met gitaar en meer naar cabaret
neigen. Het is een beetje hokjesdenken, waar ik niet graag aan meedoe.
Ben ik nu bezig met cabaret, comedy of kleinkunst, het maakt niet uit
zolang mensen maar met plezier komen kijken. Voor mij heeft het geen
noemer nodig.”
Je speelt ondertussen al twee jaar het voorprogramma van Philippe Geubels, nog nooit in de clinch gelegen met zijn fans?
“Jong, oud, arbeiders, rechter, echt iedereen komt naar hem kijken. Je
voelt dat het publiek komt om zich te amuseren, heel gemakkelijke
lachers. Met wat Philippe zegt kan iedereen zich wel identificeren. Dat
ik het voorprogramma doe, maakt voor hen geen verschil. Het is altijd
een leuke chemie. De kracht van Philippe is dat hij helemaal geen
typetje hoeft te spelen, in tegenstelling tot wat sommigen misschien
denken. Het kan natuurlijk ook alarmerend klinken dat hij naast het
podium precies hetzelfde is.”
De komende maanden staan er je zo’n tien eigen shows te wachten. Kijk je ernaar uit?
“Het is ontzettend fijn om een eigen show te hebben en niet alleen meer
het voorprogramma te spelen. Het is een compleet ander gevoel waar ik
ook veel meer zenuwen voor heb. Ik ben altijd erg opgelucht als het
voorbij is en mensen het goed vonden. Ondertussen is de show toch
uitgegroeid tot twee delen van drie kwartier, met een pauze erbij.
Altijd heel strategisch zo een pauze, dan kunnen mensen ongezien
weglopen als ze het niet goed vinden. Grote kans dat ik het niet heb
gezien.” (bulderlach)
Lies Lefever staat zondag 20 november geprogrammeerd op het slotfeest van Antwerpen Europese Jongerenhoofdstad. Surf voor meer informatie naar Facebook en bevestig je komst.
© 2011 - StampMedia/Lessius - Tekst en foto: Fanny Maenhout
Volg @stadantwerpen
- login om te reageren
- 6763 keer gelezen