Definitief ontwerp wegprofiel Rijnkaai Zuid

Vandaag keurde het college het definitieve ontwerp goed voor het wegprofiel ter hoogte van Rijnkaai Zuid. Dat is het gedeelte van de kaaiweg tussen de Amsterdamstraat en Sint-Pietersvliet. Het wegprofiel wordt vervroegd uitgevoerd in functie van de tramverlenging naar het Eilandje als onderdeel van Brabo II.

De aansluiting op het bestaande tramnetwerk loopt via de Scheldekaaien en takt aan op het keerpunt aan Sint-Pietersvliet. Concreet wil dat zeggen dat er tramsporen worden aangelegd op de Scheldekaaien in het gedeelte tussen de Amsterdamstraat en Sint-Pietersvliet. Dat is een voorafname op de uitvoering van de kaaitram die in de toekomst op de Scheldekaaien zal rijden. Om de tramsporen meteen definitief te kunnen aanleggen, moet het volledige wegprofiel nu al ontworpen en uitgevoerd of aangepast worden.

Daarnaast komt er een keerlus in de Bataviastraat en Sint-Laureiskaai, waar een aantal tramlijnen hun eindhalte zullen hebben. De keerlus kan ook bij calamiteiten aan de Londenbrug gebruikt worden. Om de keerlus te kunnen realiseren moeten bijgevolg ook deze districtsstraten heraangelegd worden. Het gaat hier om de laatste te heraanleggen straten in de omgeving van de Oude Dokken.

Het definitieve ontwerp voor het wegprofiel Rijnkaai Zuid werkt verder op de hoofdlijnen van het schetsontwerp en het voorontwerp: een breed voetpad aan stadszijde (7,5 m) waar mogelijk, een rijweg met één strook per rijrichting (6,2 m), een trambedding (6 m) met aan beide kanten een bufferstrook, een dubbelrichtingsfietspad (4 m) en een voetpad aan de waterzijde. 

Omdat de aanleg van het wegprofiel voor de Rijnkaai voorafgaand zal gebeuren aan de ontwikkeling en heraanleg van de kaaizone, moet het nieuwe wegprofiel passen binnen de huidig beschikbare ruimte tussen de bestaande bebouwing en de bestaande waterkering. Op sommige plaatsen is die beschikbare ruimte te smal om plaats te bieden aan het gewenste definitieve wegprofiel. Het voetpad langs de waterkering en ook het fietspad en de bufferstrook tussen fietspad en trambedding worden daarom tijdelijk versmald aangelegd.

Wanneer de kaaizone ter hoogte van Rijnkaai aangepakt wordt, zal de waterkering in de gebouwen geïntegreerd worden en komt er extra ruimte vrij om het fiets- en voetpad hun definitieve breedtes te geven. De breedte van de tijdelijk versmalde zones is niet optimaal, maar aanvaardbaar voor een tijdelijke situatie. Het grote voordeel is dat de trambedding, het duurste deel van de aanleg, meteen op haar definitieve plaats voorzien kan worden.

Het definitieve ontwerp is een verdere verfijning van het voorontwerp. Daarvoor werd overleg gepleegd met verschillende stadsdiensten: mobiliteit, ontwerp en uitvoering en de verkeerspolitie. Ook met het Centrum voor toegankelijkheid werd het ontwerp besproken in functie van integrale toegankelijkheid en blindengeleiding. Met de Lijn tenslotte werd het ontwerp teruggekoppeld in functie van een technisch correcte inpassing van de tramsporen in het openbaar domein.

Om de heraanleg van de kaaiweg tijdig te kunnen uitvoeren, is een strikte timing noodzakelijk. Volgens de huidige planning zal in september 2013 de bouwvergunning ingediend worden. Bij ontvangst van de stedenbouwkundige vergunning in februari 2014, kan er gestart worden met de werken in juli 2014. De werken zouden ongeveer één jaar in beslag nemen.