Resultaten vitaliteitsonderzoek Antwerpse sportclubs
Antwerpen is een sportstad. Dat bewijzen de ruim 600 sportclubs die de stad rijk is elke dag opnieuw. Maar hoe gezond zijn deze sportclubs? Een speciaal vitaliteitsonderzoek moest daar voor het eerst meer inzicht in brengen.
In 2013 draagt Antwerpen de titel ‘Europese Sporthoofdstad’. De stad wil dan ook dat er een kwalitatief sportaanbod is voor elke Antwerpenaar. Daarom wordt er hard ingezet op sportclubondersteuning. Door sportclubs te stimuleren bouwt de stad immers gefundeerd aan een kwalitatief, aantrekkelijk en divers sportaanbod.
Antwerpen ontwikkelde ondertussen al verschillende ondersteuningsvormen. Naast de gekende subsidies en het ter beschikking stellen van sportinfrastructuur, wordt er ook ingezet op informatieverstrekking, het aanbieden van vormingen en inzetten van medewerkers. Om deze ondersteuning nog meer op maat van de sportclubs af te stemmen, is het noodzakelijk om de sportclubs goed te leren kennen.
Daarom werd er in het voorjaar van 2011 voor het eerst een vitaliteitsonderzoek uitgevoerd, waarmee drie zaken werden onderzocht: de noden en de behoeften van de Antwerpse sportclubs, de mate van tevredenheid over de dienstverlening van de stedelijke sportdienst en uiteraard de vitaliteit van de Antwerpse sportclubs. Dit laatste werd bevraagd aan de hand van een zelfevaluatie op basis van acht belangrijke thema’s: ledenwerving en -behoud, medewerkerswerving en -behoud, organisatie en structuur, accommodatie, aanbod sport- en nevenactiviteiten, financiën, communicatie en maatschappelijke betrokkenheid.In totaal namen 286 Antwerpse sportclubs deel aan het onderzoek. Van 271 clubs kon uiteindelijk een vitaliteitscore worden berekend. 80% van de deelnemende clubs zijn gesubsidieerde sportclubs, de overige 20% zijn niet-gesubsidieerde clubs. Na het onderzoeken van alle resultaten blijkt dat de gemiddelde vitaliteitscore van de Antwerpse sportclubs 4,34 op een maximum score van 6 bedraagt. Omgerekend op 10 wordt dat 7,23. Conclusies trekken uit dit cijfer is nog niet echt mogelijk, omdat dit onderzoek een nulmeting is. Wat opviel was dat de grote, gesubsidieerde omnisportclubs de hoogste vitaliteitscores behaalden. Bij de thema’s van de zelfevaluatie scoorden sport- en nevenactiviteiten en communicatie het hoogst, terwijl financiën en werving en behoud van medewerkers het laagst scoorden.
De resultaten geven toch een duidelijke tendens weer. Allereerst is er een merkbaar verschil tussen gesubsidieerde en niet-gesubsidieerde sportclubs. Kleinere niet-gesubsidieerde sportclubs geven veel vaker aan dat ze geen ondersteuning van de stad verwachten. Grote gesubsidieerde clubs geven wel die nood aan en dan vooral inzake accommodatie, sponsoring en het werven van medewerkers en leden. Verder hebben ze behoefte aan informatie op de website en een divers, aantrekkelijk aanbod van sporttechnische opleidingen. Op vlak van infrastructuur is het belangrijkste knelpunt het feit dat de accommodatie ontoereikend is, dit zowel op kwalitatief vlak als op vlak van capaciteit. Daarnaast laat ook de randaccommodatie (sanitair, kleedkamers,...) te wensen over. Op niet-sporttechnisch vlak is het vinden van vrijwillige medewerkers het grootste knelpunt.De dienstverlening van de stedelijke sportdienst komt goed uit het onderzoek. Algemeen gezien zijn de sportclubs tevreden en dat vertaalt zich in een gemiddelde score van 7 op 10. Ook hier zijn grote gesubsidieerde clubs gemiddeld meer tevreden. Een andere tendens is dat hoe vitaler de club is, hoe meer tevreden ze is over de dienstverlening.
Tweejaarlijks vitaliteitsonderzoek
De stad blijft zich verder inspannen om de sportclubs zo goed mogelijk te ondersteunen in al hun noden. Om dit te kunnen doen was dit onderzoek samen met de diverse persoonlijke contacten (sportantennes, buurtsportmedewerkers, medewerkers afdeling sportclubondersteuning,...) uitermate belangrijk om meer kennis op te bouwen over de Antwerpse sportclubs. Om die kennis optimaal te gebruiken en nog meer ondersteuning op maat van elke sportclub te kunnen bieden, wil de stad dit onderzoek op tweejaarlijkse basis voeren. Dan kan ook meteen de evolutie van de sportclubs worden gemeten.Volg @stadantwerpen
- login om te reageren
- 1932 keer gelezen
- Beerschotfan Samuel Van Assche over de Antwerpse derby: “We kunnen nooit vrienden worden”
- Antwerpfan Dries Apers: “Beerschot is niet meer zoals vroeger, maar de Antwerpse derby blijft speciaal”
- In beeld: De Nacht van de Waterpolo
- Antwerp Giants wint derby tegen Kangoeroes Mechelen
- Fotoreportage WK Wielrennen






