Den Bell kandidaat voor de Vlaamse Monumentenprijs

  

Den Bell doet dienst als het nieuwe administratieve centrum van de stad, maar daarnaast is het ook een complex dat onlosmakelijk met de recente geschiedenis van Antwerpen verbonden is. Omdat het renovatieproject ervoor zorgt dat dit gebouw een nieuwe bestemming krijgt en een openbare functie vervult, dient de stad Den Bell in als Antwerpse kandidaat voor de Vlaamse Monumentenprijs.

Den Bell is een begrip in Antwerpen. Het is een stedenbouwkundig en architecturaal icoon dat een vaste plaats inneemt in de Antwerpse skyline. Het torengebouw van Hugo Van Kuyck was in het Expojaar 1958 een 57 meter hoge publiekstrekker en hét symbool van de pijlsnelle groei van het telefoonbedrijf Bell Telephone Manufacturing C°.

De stad wil met dit architecturale stukje Antwerps verleden een brug slaan naar de huidige werking van de stadsdiensten. Zoals in het verleden iedereen wel iemand kende die in Den Bell werkte, kent nu iedereen wel iemand die voor de stad werkt.

Modern kantoorgebouw geeft frisse impuls aan de wijk
In 2002 publiceerde de stad een bestek voor de herbestemming van de Alcatel-Bellsites (het Bell-gebouw, het Arthur-gebouw aan de overkant en de personeelsparking, nu Zuidervelodroom, aan de Haantjeslei). De stad engageerde zich voor de huur van minimaal 21 400m² kantoorruimte. Het consortium Vooruitzicht - Fortis Real Estate, met als architecten Driesen-Meersman-Thomaes en Styfhals & Partners, werd de partner in dit ambitieuze project.

Het complex geeft een frisse impuls aan de wijk op verschillende niveaus: de stedelijke administratieve hoofdzetel die een beeldbepalend gebouw opnieuw als een hefboomfunctie in de wijk zal gebruiken en het publieke binnenplein met plaats voor sport en spel en culturele manifestaties.

Als kantoorgebouw voert Den Bell ook de boventoon door duurzame technieken, aanpassingen naar leefbaarheid en opgelegde normen hand in hand te laten gaan met het historische karakter van het gebouw.

Het pand is opgenomen in de inventaris van waardevolle panden en werd met het daarbij horende respect gerenoveerd en aangepast aan de hedendaagse normen.

Respect voor de oorspronkelijke architectuur


De krachtige fabriekgevels in metselwerk gelardeerd met stukken arduin, bleven aan de straatzijde ongewijzigd, behalve de onderdoorgangen die onopvallend ingepast werden in de historische gevels. Intern ontmantelde de aannemer de gebouwen volledig tot op de draagstructuur. Hierdoor werden op diverse plaatsen de oorspronkelijke gietijzeren kolommen en dakgebinten herontdekt en gerestaureerd. Binnen het concept van duurzaam bouwen koos de stad voor hybride ventilatie in plaats van reguliere airco. In tegenstelling tot de klassieke ‘airco-burelen’, kunnen gebouwgebruikers dankzij dit systeem toch een venster openen wanneer het aircosysteem is ingeschakeld.

Ook in het onthaal op het gelijkvloers herstelde het projectteam de meest essentiële elementen van de bestaande architectuur. Door een aangepaste evacuatieregeling en nieuwe brandcompartimentering kon de monumentale halfronde trapzaal in de toren behouden blijven en kwam de majestueuze vide weer te voorschijn. Een origineel kunstwerk van Hans Op De Beeck gaat in de inkomhal de dialoog aan met deze architectuur.

De stad stelde het vernieuwde Bell-gebouw al een aantal keren open voor bezoekers en hoopt met de Vlaamse Monumentenprijs op een bekroning voor het werk dat alle bezoekers van het gebouw en de medewerkers van de stad al realiseerden om dit project als concept te doen slagen.




meer over:

Deals

Volg ons op Facebook