Jongeren offeren zomervakantie op voor anderstaligen

 Tweet  Wat is er mooier dan anderstalige kinderen helpen bij het aanleren van het Nederlands en hen bijgevolg gelijke kansen te geven? Sahime El Kaouakibi  (22) en David Nowak (23) weten waarover we het hebben. Gedurende de maanden juli en augustus schuiven zij alles aan de kant om kinderen van verschillende afkomst de Nederlandse taal bij te brengen in de zomerschool van Antwerpen.

“Dit is reeds de derde zomer dat ik lesgeef in de zomerschool en ik ben eraan verslaafd geraakt”, vertelt David Nowak enthousiast. Zijn collega Sahime El Kaouakibi kan niets anders dan dat beamen: “We doen het voor de voldoening die je krijgt. Het is schitterend om te zien welke evolutie ze doormaken. Dat wij daar deel van kunnen uitmaken, maakt het alleen maar mooier.” De zomerschool geeft de kinderen een goede voorbereiding om vanaf september aan te pikken bij de basisschool. Gedurende zeven weken kunnen ongeveer 80 leerlingen tussen 6 en 12 jaar de lessen volgen dankzij vzw Meters en Peters. Vlaams minister van Inburgering Marino Keulen steunt het project financieel.

“Taal is de basis van een maatschappij en net daarom is het belangrijk dat ze het Nederlands machtig worden”, zegt El Kaouakibi. Nowak voegt daaraan toe dat ook de taalomgeving een grote rol speelt. “Tijdens de vakantie spreken veel allochtonen hun moedertaal. Dit zorgt ervoor dat ze het Nederlands verleren. Op de zomerschool verplichten we de kinderen Nederlands te praten, wat het leerproces  ten goede komt.” Wie denkt dat men de klassen indeelt op basis van het niveau, heeft het echter verkeerd voor. El Kaouakibi legt uit: “We stellen de klassen samen volgens leeftijdscategorie. Op deze manier verbeteren de sterke leerlingen de zwakkeren en steken ze er allebei meer van op. De drempel om vragen te stellen is bovendien lager.”

Nowak en El Kaouakibi volgden een lerarenopleiding in Antwerpen, maar de manier van lesgeven verschilt opvallend met die van een gewone school. “We proberen hen onze taal bij te brengen door muziek, dans, toneel en beeld”, gaat Nowak verder. “Elke lesgever vult die taak op een eigen manier in. Ik leg de nadruk op toneel, maar Sahime vindt bijvoorbeeld dans heel belangrijk.” Een team met diverse achtergronden belicht zo elk aspect. “Niet alle lesgevers zijn trouwens leerkracht van beroep. Velen hebben een andere scholing, waardoor zij zich meer laten leiden door hun intuïtie.” Dit maakt het tot een uitdaging, zowel voor leerling als lesgever.

© 2008 - StampMedia - Marjolein Lambrechts


Volg @stadantwerpen